‘Het blokkeert iets in je brein’
Binnen de politie houdt Linda zich veel bezig met het verbinden van operatie en bedrijfsvoering. Zij ziet van dichtbij wat het negatieve effect is van het gebruik van de term NOS (Niet-Operationele Sterkte). “Het woord ‘niet’ in een functiegroep is zorgelijk, omdat je daarmee de ene groep gevoelsmatig ondergeschikt maakt aan de andere. Maar het besturen van de organisatie doe je samen.”
Toen Linda een aantal jaar geleden bij de politie startte in een beleidsfunctie, merkte ze hoe leidend de positie van operationele medewerkers binnen de politie is ten opzichte van niet-operationele collega’s. “Een collega uit de bedrijfsvoering vertelde me op één van mijn eerste dagen dat ik niet moest verwachten als niet-operationele kracht op een operationeel kennis- en gespreksniveau te kunnen komen. Terwijl het wat mij betreft gaat over de waarde die je vanuit verschillende invalshoeken toevoegt aan goed politiewerk. Over respect voor ieders achtergrond en kennisniveau. Beiden leiden tot goed politiewerk. En als het de bedoeling zou zijn dat ik precies hetzelfde zou moeten weten als een andere collega, dan voegt minimaal een van ons geen waarde toe.”
Profiteren van elkaars expertise
Met haar brede kennis en ervaring bij de overheid, provincies, profit- en non-profitbedrijven, weet zij hoe bedrijfsvoering werkt. “Die collega benaderde ons werk uitsluitend vanuit een operationeel standpunt, terwijl de bedrijfsvoeringstak en de operationele tak er juist samen voor zorgen dat je de politie van vandaag, morgen en overmorgen bent. En hoe zorg je er vanuit die gezamenlijkheid voor dat je profijt hebt van een breed scala aan verschillende inzichten?”
“Ik heb wel gemerkt dat die ogenschijnlijke ongelijkwaardigheid van invalshoeken ook impliciet is ingebakken in onze terminologie en begrippen. Ik was verbaasd hier te ervaren dat we de organisatie in de formatie indelen in de twee groepen Operationele Sterkte (OS) en Niet-Operationele Sterkte. Dan zet je ze al zo tegenover elkaar, waarbij je bij de tweede groep alleen benadrukt wat deze ‘niet’ is.
Als je operatie en bedrijfsvoering elkaar wilt laten versterken, van elkaar wilt laten leren en verrijken, dan helpt dit niet. Ik kom uit de wereld van taal, en het woord ‘niet’ blokkeert iets in je brein. Wat bedrijfsvoering toevoegt of betekent, wordt verdrongen door de notie dat het in ieder geval niet-operationeel is.”
Schouder aan schouder
Juist de wisselwerking tussen beide takken is nodig om tot een goed resultaat te komen, meent Linda. “Soms moet je iets operationeels op een strategisch niveau aan de orde brengen, en soms heb je iets op strategisch niveau met elkaar vastgesteld en moet je bedenken hoe je dat gaat ‘veroperationaliseren’, zoals ik dat noem.” Daarom zou de focus volgens haar ook moeten liggen op dat wat beide expertises brengen. “Niet-operationeel gaat eigenlijk over inzichten die soms ook – anders dan de operatie – leiden tot een strategisch advies dat misschien wel leidt richting een andere oplossing. Juist de kracht van het afstand tot het dagelijkse werk buiten borgt andere vraagstellingen en inzichten. Van daaruit kun je schouder aan schouder samenwerken.”
Ze ziet wel – en met plezier – dat er langzaam maar zeker een verschuiving plaatsvindt. “In de samenwerking tussen operatie en bedrijfsvoering begint voorzichtig steeds iets meer te ontstaan. De ondersteunende afdeling heeft daarin ook iets te doen in haar positionering; zij mogen beter laten zien waarom zij er zijn voor de operatie. Recent kwam een teamchef van een basiseenheid bij mij met de vraag: ‘Kunnen jullie mij helpen mee te denken over het formuleren van context voor het beter in positie blijven in mijn driehoek? Dat is waarvoor je een ondersteunende afdeling moet inzetten. En dat is ook precies waar de transitie plaats moet vinden.”
Wegens privacyredenen is er in dit artikel gebruik gemaakt van een fictieve naam.